–1991, Verhaal Peru, Iquitos

De Boeing 737 van de lokale luchtvaartmaatschappij Faucett zet zich in een keer neer op de landingsbaan van het vliegveldje van Iquitos. Dat wil nog wel eens anders gaan. Bij slecht weer moeten er vanwege de beperkte lengte van de landingsbaan soms meerdere pogingen gedaan worden om op de juiste plek neer te komen.
Door het voor Peru slechte toeristen seizoen, als gevolg van cholera en guerrilla, worden bij aankomst het ene logies na het andere aangeboden. We besluiten in zee te gaan met een aanbod waarbij de taxi naar het hotel gratis is: het blijkt een onaangename keuze te zijn. De auto heeft vanaf de motor geen uitlaat meer, waarbij de cabine als een klankkast fungeert. Bovendien is de snelheid zo laag dat we links en rechts worden ingehaald door gerieflijk uitziende motokarros: gemotoriseerde “riksja’s” die te verkiezen lijken boven onze benauwde pruttelmachine.

Peru_30

Iquitos is de belangrijkste stad van het Peruaanse Amazonegebied, de Selva; die echter alleen vanuit de lucht of vanaf de rivier bereikbaar is. Er wonen zo’n 400.000 mensen en het is de poort naar Brazilie. Haar geschiedenis heeft min of meer gelijke tred gehouden met de vaart der volken. Begin deze eeuw was er de productie van rubber. In de vijftiger jaren kwam de oliewinning in de regio op gang. Nu worden er narco-dollars witgewassen. Zoals zo vaak zijn deze activiteiten slechts aan een kleine bovenlaag van de bevolking ten goede gekomen, en nu verdwijnt het geld naar Lima of Miami: Iquitos ligt op pakweg 200 kilometer van het dal van de Alta Hullaga; de grootste plantage van cocabladeren ter wereld en is het financieel centrum van de handel in pasta básica, de grondstof voor cocaïne. De grens met Colombia is niet ver en er zijn rechtstreekse vliegverbindingen met Miami en de Braziliaanse Amazonestad Manaus. Alle belangrijke banken zijn er gevestigd.
Ook is Iquitos de stad van Fitzcaraldo die hier aan de Plaza de Armes zijn woning had. Fitzcarraldo is het verhaal van de mislukte Ierse zakenman Brain Sweney Fitzgerald wiens grote droom het was een operahuis in Iquitos neer te zetten.
De boot die Wim Wenders gebuikte voor de film heeft hier nog steeds zijn thuishaven. Eigenaar is nu burgemeester Jose Silfa Alvan del Castillo. Silva laat de Juliana varen tussen de Huallaga in het cocagebied en de Colombíaanse en Braziliaanse grens. Deze merkwaardig rustige plek binnen de gewelddadige Peruaanse realiteit heeft ontegenzeggelijk charme: Behalve het verhaal van Fitzcaraldo is er het verhaal van Eiffel van wie, vanuit de wereldtentoonstelling in Parijs, een ijzeren huis naar ,of all places, Iquitos is gebracht en dat nu wacht op instorting aan de Plaza de Armas. Ook bij de toegang tot de havenwijk Belen staat een constructie van hem. Een muziekkiosk .

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Dan is er nog de Poolse presidentskandidaat Tyminski die hier zijn geld vergaarde. Van hem hangt in café Express een foto waar op hij staat afgebeeld met ontbloot bovenlijf waar een gigantische slang omheen gedrapeerd is. Dit uit dankbaarheid voor een lening die hij de uitbater gaf zodat deze zijn smoezelige zaakje kon voortzetten. Het hoerig uitziende dienstertje blijkt wel de beste koffie van Iquitos te serveren.
Verder zit hier de Alliance Francaise, kun je als vrouw aerobics doen, als man Taekwando; en is een Nederlandse ontwikkelingswerker legendarisch geworden na een onfortuinlijke dood.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

-Als ik het hotelletje uitloop laat zich juist een tropische regenbui vallen. Een weldadige koelte straalt van de regen af en schuilend onder een uitgebouwde gevel sla ik een merkwaardig tafereel gade. Twee pick-up trucks komen aangereden met op de laadbak in witte doeken gewikkelde objecten, die verdacht veel op mensenfiguren lijken. Bij de waterkant houden ze stil en met voor Peruaanse begrippen grote voortvarendheid worden ze een voor een afgeladen en naar een klaarliggend bootje gebracht. Verbaasd volg ik de gebeurtenissen en ontwaar tussen de sjouwers een jongeman met lange blonde krullen die zich ontpopt als de regisseur van de scene. Ik loop naderbij en zie dat het moet gaan om houten beelden. Ze zijn gemaakt door de blonde man, een Zwitser. Sculpturen voorstellend indianen en gefantaseerde goden die op weg gaan naar een tentoonstelling in Manaus, Brazilie, een boottocht van tien dagen. Hij is niet gelukkig met de regenbui. Ik loop terug naar mijn schuilplekje waar inmiddels een jong snoepventertje van een jaar of tien is gaan zitten. Met hoopvolle blik biedt hij me zijn koopwaar aan. In zijn assortiment zitten snoepjes sigaretten en lucifers: Niets van mijn gading. We zitten zo bij elkaar en ik besluit hem te fotograferen. Hierna geef ik hem een kwart miljoen Inti’s ( F0,50) en ik zie zijn blik ontspannen.-

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Tamshiyacu is een dorp midden in het tropisch regenwoud van Peru.
Vanaf Iquitos ligt het vier uur varen de Amazone op. Althans met het openbaar vervoer. De twintig meter lange Mosita II heeft de twee buitenboordmotoren hard nodig om zwaarbeladen stroomopwaarts te komen. De boot zigzagt over de rivier, van dorp tot dorp. Soms moeten de mensen meters naar boven klauteren tegen een muur van vette klei. De rivier staat laag in deze tijd van het jaar. Tamshiyácu heeft een keurige veerweg van beton. Aankomende reizigers glibberen alleen het eerste stuk over de rivierklei Het is een relatief groot dorp met 3000 inwoners. De boeren verbouwen er ananas, rijst en yuca.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

In de gang van de medische post in Tamshiyacu ligt een hoop bijeengeveegd vuil. Gaas, vuile watten, een injectiespuit. Twee schoonmakers halen in een van de vier ziekenhuiskamers de spinnenwebben van de muur. Verplegend personeel in Peruaanse overheidsdienst is al bijna vier maanden in staking. Toch is er een verpleegster: De 29-jarige Rosalinda Mendoza; die de schoonmaakoperatie leidt, is door Medecins du monde gecontracteerd voor een gezondheidsproject. Er is niet meer dan een patiënt in het ziekenhuisje. Maar dat is niet ongewoon. Druk is het er namelijk nooit. “Mensen komen hier alleen in noodgevallen”, zegt Rosalinda. ” Ze gaan meestal naar de curandero, de Peruaanse heelmeester.” In het laatste kamertje ligt een vrouw uitgeput in bed na een spontane abortus. Een tbc-patiënt is gisteren naar huis gegaan. “Zuurstof hebben we hier niet,” zegt Rosalinda en wijst in de verloskamer naar het enige medische apparaat dat voorhanden is, een sterilisator. Omdat er geen zuurstof is overleed vorige week een te vroeg geboren baby. De curanderos hebben dus maar weinig concurrentie van de medische wetenschap te duchten. 0ok zonder de traditie van natuurgenezers zouden de bewoners van het dorp genoeg reden hebben om het ziekenhuisje te mijden.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Burgemeester Florenzo Romero Gonzalez is een politicus vav Accion popular, een partij uit het centrum die de vorige president Alan Garcia hielp bij de uitholling van Peru. Dorpelingen verdenken Romero van corruptie. Een winkelierster die op Romero heeft gestemd is teleurgesteld. “Hij steekt de helft van het gemeentegeld in eigen zak”, beweert ze met grote stelligheid. Op de vraag waarom er altijd en overal corruptie is in het Peruaanse
bestuur zegt ze: “Wie hier burgemeester wordt redeneert dat het nu zijn beurt is om zakken te vullen”.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Deze ochtend vergaderen in Tamshiyacu stakende leraren. het onderwijspersoneel heeft kort na het begin van het nieuwe schooljaar, in februari, de boeken weer dichtgeklapt. De salarissen van de leraren zijn te laag om van te leven. Daar twijfelt niemand aan. Een van de oorzaken van de lage salarissen is echter het gigantisch uitgedijde ambtenarenapparaat. Peru zit met een bureaucratisch leger dat onbetaalbaar is geworden.
Onder leiding van de populistische Allan Garciá waren overheidsbaantjes nog cadeautjes voor verleende diensten.In het onderwijs lopen duizenden leraren rond zonder de benodigde papieren. Toen vorig jaar de minister van onderwijs de aanval inzette op wantoestanden werden mensen bedreigd en gingen personeelsarchieven bij bomaanslagen in vlammen op. Tamshiyacu heeft niet meer dan een lagere school en een school voor voortgezet onderwijs met 900 leerlingen. Toch zijn er op deze ochtend zo’n 100 stakende onderwijzers en leraren bijeen om te beslissen over voortzetting van de staking. Ze gaan door.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Gilberto Marin Apagueno, onze begeleider in Tamshiyacu, is onderdirecteur van de secundaria, een agro-technische school. De opleiding duurt officieel vijf jaar; maar de meeste leerlingen doen er volgens Gilberto acht tot negen jaar over als gevolg van de veelvuldige stakingen. Hij zit nu 15 jaar in het onderwijs, heeft vier kinderen maar verdient niet meer dan 15 miljoen inti, ongeveer 120 gulden. Het leven in Peru is niet echt goedkoop. Een overlevingspakket voor een gezin van vier personen kost in Peru 130 miljoen inti’s. Dus is Gilberto Marin in zaken gegaan. Hij heeft nu naast zijn onderwijsbaan een redelijk lopende houthandel. De bomen komen uit de omgeving van Tamshiyacu en worden in Iquitos gezaagd en verkocht. Met de opbrengst van 20 bomen gaat Gilberto een Honda motor kopen om de zagerij, een eindje buiten Iquitos, sneller te kunnen bereiken. Later onder het warme afdak van een klein cafeetje boven aan de veerweg, verklapt hij uit het onderwijs te zullen stappen. Nog een paar jaar Tamshiyacu, om uit te rusten en verder te werken aan een boek over de lokale “fishermen”, en dan naar Iquitos. Daar heeft hij al een huis. Een bezit waar hij bijzonder trots op is. Het bewijs dat hij iets is geworden. “Ik kom uit:een erg arm gezin”. Zichtbaar geniet hij van de grote fles bier die we hem aangeboden hebben. De temperatuur onder het afdakje begint onaangenaam te worden als gevolg van een grote pan soep, die de dochter des huizes naast ons op gloeiende brokken houtskool bereidt. Gelukkig heeft juist de Expresso de la Cruz aangelegd en kunnen wij inschepen voor de terugtocht naar Iquitos.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Het huis van Gilberto in Iquitos staat in de havenwijk Belen, in een zijstraat van de Calle Venecia. De Calle Venecia, een van de weinige verharde straten in de wijk, staat loodrecht op de Amazone en is naar Venetie vernoemd omdat Belen in het regenseizoen voor de helft onder water staat. De huizen staan er hoog op palen of op vlotten. Vier meter hoog sijpelt her en der het afvalwater naar beneden. Straks, in december, zal de rivier de drek en het vuil dat overal verspreid ligt wegspoelen. Nu is het een lustoord voor de zwarte Gallinasos, een klein soort gieren die in grote zwermen boven de wijk cirkelen en zich beneden tegoed doen De mensen in Belen eten zowat alles, behalve de afvalverwerkende Gallinasos, waar ze vies van zijn. De vogels weten dat en strijken overal rustig neer. Belen is de muil van Iquitos waardoor de bananen, de yuca’s en de rijst, het fruit, de vissen en het vlees naar binnen glijden waar Een groot deel van de Amazonestad van afhankelijk is. Het voedsel wordt met boten aangevoerd vanaf het platteland. Als de overbeladen Expresso de la Cruz de haven binnenloopt storten handelaren met snelle boten zich als roofdieren op het weerloze schip. Niet meer dan 25 meter lang maar toch met zo’n 80 mensen samengeperst langs de wand, de zakken en manden met producten opgestapeld in het midden, en met op het dak tientallen zakken houtskool, heeft de Expresso enkele uren lang vervaarlijk heen en weer zwaaiend vanaf Tamshiyac gezwabberd. Twee maanden geleden verongelukte de veel grotere maar ook overbeladen Chanchita: Een kleine 400 mensen verloren het leven. Van het merendeel van hen werden alleen de botten teruggevonden. In Peru doen in eIk geval de Piranas grondig hun werk.
De Expresso houdt zich echter kranig, en terwíjl de handelaren de boeren onder druk zetten om de producten van de hand te doen nog voor ze de eigenlijke markt bereiken, drukt het schip de steven in de modder voor de Calle Venecia.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

In de wijk wonen nu zo’n 50.000 mensen. Hun aantal neemt dagelijks toe, onder meer door aanvoer vanaf de sierra; het bergachtige hoogland, waar boeren wegvluchten voor de oorlog tussen het leger en de terroristen van Sendero Luminoso. In de huizen met bruingrijze daken van gedroogd palmblad wonen, gemiddeld 12 mensen of meer. Het overbevolkte Belen, zonder drinkwatervoorziening en riolering, is een broedplaats bij uitstek voor de cholera die Peru sinds februari teistert. Bij besmetting en zonder snelle behandeling kan de ziekte binnen enkele uren leiden tot uitdroging door diarree en braken, en tot overlijden ten gevolge van shock. Ruim 220.000 patiënten tot nu toe en ruim 210O doden. Ook Iquítos, en in het bijzonder Belen, is niet gespaard gebleven voor deze epidemie. De verwachte sprong van deze armenziekte naar Brazilie is tot nu toe uitgebleven. Maar recentelijk hebben lokale autoriteiten in Braziliaanse grensdorpjes verklaard dat de cholera niet langer meer te onderdrukken is. De bacterie drijft vanuit Peru via de Amazone het land binnen. Letterlijk door de drek lopend is het ons niet moeilijk voor te stellen dat hier de meest onaangename ziekte kunnen heersen.
Ook op de levendige markt van Belen loopt men over een glibberige laag viezigheid. Waarlijk een kakofonie van mensen, geluiden en geuren. De handel kenmerkt zich door een ongewone verscheidenheid. Opvallend zíjn de medicijnen in doordrukstrips, uitgestald in de warme zon, en de medicinale planten en extracten. Aan de markt ligt ook het onderkomen van het regionale radiostation, La voz de 1a Selva, wat vooral nuttige informatie en amusement aan de luisteraars biedt. Tevens kan men hier een persoonlijke boodschap voor het thuisfront kwijt. Vaak is men vanuit dorpen een of meerdere dagen onderweg om in Iquitos te komen teneinde iets te regelen of te verhandelen. Dan kan, je laten omroepen dat b.v: de reis goed is verlopen. Er werkt een kleine groep journalisten en tijdens de uitzendingen is de omroeper tegelijk technicus en disk-jockey.
Bagazan is een van de armste gedeelten.van Belen. En een van de gevaarlijkste zegt de in Belen geboren Edison Guerrero Sanchez (21). Edíson, die een beroepsopleiding volgt in Iquítos, durft alleen overdag binnen te gaan. “s’Avonds snijden ze je strot door”, zegt hij. Anderen noemen Bagazan een rode buurt. Niet zozeer omdat Sendero Luminnso er zou zijn binnengedrongen. Bagazan is ‘zona roja’ vanwege de criminaliteit. Jeugdbendes nemen s’avonds bezit van de buurt.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

“Er is eigenlijk niets veranderd”, beweert daarentegen Jaime Moran Ojanama (49). Het blauw in zijn door staar aangetaste ogen lijkt zich op te lossen. De basis van zijn bestaan is nog steeds dezelfde. Samen met de twee jaar jongere Julio Cesar Wilca maakt hij vlakbij de rivier al vijftien jaar dezelfde boten. Op bestelling hollen ze nauwgezet een hardhouten boomstam uit. 30 miljoen inti’s vragen ze er nu voor. Als het meezit doen ze twee boten per maand. En ze kunnen zich niet voorstellen dat ze dit over tien jaar niet meer zouden doen. “Er is altijd vraag naar boten.”

Ook de plaatselijke politicus Miguel Pacàya vindt dat er niet veel is veranderd. Maar daar is hij nogal pissig over. Pacaya (40) is ‘coördinator de base’, zoiets als afdelingsvoorzitter van de nationale regeringspartij Cambio ’90. De gemeente Iquitos investeert niet in de buurt. er is niet eens een werkplan, klaagt hij vanaf de veranda van zijn woning annex partijkantoor. Ondanks dat partijgenoot Fujimori nu een jaar president is, heeft Bagazan nog steeds geen verharde weg.
Waarin wel wordt geïnvesteerd in Iquitos zijn nieuwe hotels. Waarschijnlijk een investering in de toekomst, want het toerisme is hard achteruit gehold. Ook floreert de handel. Het zijn de uiterlijke verschijnselen van de zwarte narcodollars die een weg in het officiële circuit zoeken. De stad drijft op de narcodollars”, zegt radiojournalist Alberto Vela Pineido (34). De hotels en de winkels aan de belangrijke winkelstraat Prospero zijn volgens Alberto belangrijke kanalen voor het witwassen van vuile dollars. De motorwinkels bijvoorbeeld, of hamburgerrestaurant Ari·s Burger aan de Plaza de Armas, uitgevoerd in helle zuurtjeskleuren. Hetzelfde geldt volgens Vela voor de bars langs de hoger gelegen Malecon, een boulevard met schitterend uitzicht op de Amazone. In de weekeinden is de Malecon het uitgaanscentrum van Iquitos. Met grote bemodderde pick-ups of kleine Honda brommertjes komt het publiek af op de livemuziek.
Een paar uur wegdromen uit het voor velen onfortuinlijke leven.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Dromen doet ook Eladio Melendez Garcia. In Tamshiyacu drijft hij even buiten het dorp het recreatieparkje ‘Los Palmares’. Een poel met palmbomen, ingeklemd tussen overwoekerde heuveltjes. Tegen een ervan een paar huisjes. Bij gebrek aan toeristen zijn de enige klanten plaatselijke jongeren die er in het weekeinde afleiding komen zoeken. Maar de ambities van deze om werk verlegen sjamaan gaan verder. Zijn eigenlijke roeping is ‘brujo’, tovenaar. Hij is gespecialiseerd in sessies met Ahawashi, een hallucinerend middel met heftig braken en diarree in de hoogste graad als bijverschijnselen. Er zijn al enkele keren Amerikanen op bezoek geweest die zijn kuur hebben uitgetest als afkickmiddel voor heroïneverslaafden. Hij is nu in afwachting va een uitnodiging om in de V.S. demonstraties te geven. Het begint al te schemeren as Eladio achter de bar tevoorschijn komt in een wit judopak. Als een Javaanse jongen heeft hij een slangenhuid om zijn hoofd geknoopt. Op het overdekte terras met uitzicht op de nu zwarte poel staat een tafel waarop de attributen nodig voor de sessie liggen uitgestald. Stenen, flesjes, een kammetje en een ‘magische harp’. Eladio gebruikt ook een kompas om het noorden te bepalen. Noodzakelijk; legt hij uit bij het aanroepen van de geesten van de vier windstreken. De muggen beginnen al te steken als de ‘cashinibo’, een pijp met zware tabak rondgaat. De maan is zo goed als vol. Met een heuse Hohner Comet en twee sambaballen begint hij aan een bezwerend gezang, waarmee hij de Amerikanen tijdens de roes van de Ahawashi wil begeleiden bij hun ‘wedergeboorte’. Als het bezoek te kennen geeft op te willen stappen omdat de muggen toch wel erg hinderlijk worden, bedekt hij een beetje teleurgesteld de attributen snel onder een doek. Onderwijzer en houthandelaar Gilberto Marin is tegen de balustrade in slaap gevallen. Later zien we vanaf de andere zijde van de poel de kleine tengere gestalte van Eladio als een vage witte stip op het terras staan. Dan slokt het oerwoud hem op. Van sommige brujos wordt gezegd dat ze kunnen vliegen. Eladio Mendez Garcia vliegt alleen in zijn dromen.

copyright Flip Franssen

copyright Flip Franssen

Tekst: Ruud ten Hoedt, bewerking Flip Franssen